Ruitjes vind je in verschillende designs, grote en kleine, kleurrijke en klassieke patronen. Ruitjes kunnen zowel sportief als chic en super vrouwelijk gedragen worden. Geen enkel patroon is zo veelzijdig als het ruitjesmotief. Genoeg keuze dus!
Waar komt het ruitenpatroon vandaan?
De schotse ruit, is de meest bekende en oudste ruit. Een van de oudste beschrijvingen van een schots ruitpatroon stamt uit het jaar 50 voor Christus. In die tijd was het zo dat hoe meer kleuren je in je ruit had hoe hoger je rang. Gewone burgers droegen één kleur, de koning had zeven kleuren, een priester zes.
Maar goed, terug naar het nu. Tegenwoordig heeft het gelukkig niets meer te maken met rangen. De ruitentrend is niet weg te denken uit de fashion wereld. De grote merken zoals Christian Dior en Chanel hebben de ruitentrend de laatste paar jaar weer helemaal op de kaart gezet en het is een voortdurende trend geworden. In de eerste instantie vooral voor een klassieke look, maar tegenwoordig kan je met ruitjes- en ruitenlook alle kanten op.
Voor de klassieke ruit worden nog altijd draden van 100% scheerwol, lamswol, kasjmier (geit), alpaca of kameel gebruikt. Een klassieke ruit is altijd geweven, maar tegenwoordig zien we ook gebreide en bedrukte ruiten. Bij een stof met een ingeweven ruit is het garen vooraf geverfd.
Tartan is het meest bekend als de ‘Schotse ruit’. Daar is het ooit begonnen, inmiddels kennen we deze ruit in verschillende patronen en kleuren. Wij gebruiken deze vooral in onze traditionele worker blousejes. Dankzij verschillend gekleurde garens ziet de tartanruit er zeer kleurrijk uit, terwijl de symmetrische opstelling van de ruiten voor een harmonieus geheel zorgt.
